
Week 11, 12 en 13 (dat is van 14 maart tot en met 3 april, maar in Zweden praat men in weeknummers), is het APL = Arbetsplatsförlagt lärande of te wel stagetijd voor USK2.
In mijn opleiding tot undersköterska zitten 3 praktijkperiodes en de eerste is nu een week bezig!
Alle leerlingen die niet werken in de zorg of dat korter dan 1 jaar doen moeten meedoen aan de praktijkweken. Werk je al in de zorg, dan gaat de school door met een ander vak en heb je eerder zomervakantie. Je moet dan wel een opdracht doen over je werk.
Maar ik val dus in de groep die meedoet aan de praktijk en dat doe ik op afdeling ‘Nymon’ een afdeling waar 12 ‘appartementen’ zijn. De afdeling is opgedeeld in 2 groepen van 6: Nymon-blauw en Nymon-rood. In ieder deel is een keuken waar het personeel een tafel heeft, maar waar geen eten wordt gekookt, een woonkamer waar ook gegeten wordt door de zorgnemers (vårdtagare zoals dat heet), ruimtes met wasmachines. Gezamenlijk hebben we een kantoor, een personeelsruimte, een voorportaal met voorraadruimtes, ruimte voor kapper en een zitje. Toegang gaat met behulp van digitale sleuteldruppels of codes. We ‘wonen in’ bij de Hälsocentral in Sveg. Wat vroeger een ziekenhuis was heb ik inmiddels geleerd. Dat ziekenhuis werd ‘gedownsized’ tot een Hälsocentral en de oude ziekenzalen/kamers werden omgebouwd tot demensboende en särkilt boende. Een särskilt boende is een woonvorm van de kommun, aangepast aan een speciale groep bewoners. Dat kan iedere groep zijn die niet (meer) thuis kan wonen omdat bijstand van thuiszorg onvoldoende is: van mensen met Down-syndroom tot ouderen die intensieve zorg nodig hebben. Eigenlijk iedereen die dagrond zorg nodig heeft en dus niet redt met thuiszorg of een persoonlijk assistent (zoals op mijn invalwerk het geval is). In het oude ziekenhuis zijn twee afdelingen voor mensen met (gevorderde) dementie en twee voor ouderen die intensieve zorg nodig hebben. Afdelingen met grote kamers, allen met een eigen badkamer. Het bed staat in de woonkamer, soms wel in een eigen hoekje. Want de kamers zijn verschillend van grootte – waarschijnlijk wegens ‘handig’, ‘snel’, ‘budget-vriendelijk’ ombouwen van de ziekenhuiskamers/zalen.
Wat een grote plus is, is dat ik niet alleen leer hoe te werken op een dementie-afdeling, maar ook veel Zweedse (eet)cultuur meepik. Nooit geweten dat lingonsylt, wat wij ‘lingonbessenjam’ zouden noemen ècht niet op een boterham gaat, maar in de pap (havermout consistentie ‘baksteen’ + koude melk + lingonsylt=ontbijt), of bij zuurvlees als maaltijd, of bij… ‘bij alles eigenlijk,’ zeggen mijn collega’s, maar NIET op de boterham.

En knäckebröd eet je bij de warme maaltijd maar NIET met beleg, uitsluitend met veel boter erop en NIET op het bord, een schoteltje/servetje, nee die ligt naast het bord, kaal op de tafel of op het dienblad.
Mijn ‘Nederlandsheid’ om dat op een schoteltje te leggen, wordt gezien als ‘ach, die weet niet beter’ en zodra het naast de bewoner staat, haalt die het er snel vanaf en legt het op de kale tafel. Oh, en die gaatjes in knäckebröd: er is een luxe kant voor rijke mensen (gaatjes naar boven, dan past er meer boter in) en een ‘arme’ kant, de kant zonder gaatjes waar je heel zuinig boter op kunt smeren. Wèl in iedere Zweedse keuken: botermesjes: van plastic, maar boter uit het kuipje halen met een gewoon mes, nee… dat doen we niet! (Mijn moeder zou blij zijn, hoewel weer niet met dat plastikke denk ik).
Koffie drink je de hele dag, hoewel die bij ons op de afdeling wèl vers wordt gezet, maar veel mensen ‘m ‘lekker laten afkoelen en een paar uur laten staan’ want verse koffie… brrrrrr!
Rond 8 uur eet je ontbijt: pap dus of een boterham, een geprakt eitje met ‘kaviaar uit de tube’ of met ingemaakte haring, koffie met koek na. Oh ja, een alcoholvrij biertje bij het ontbijt is ook heel normaal. Lunch volgt rond 12 uur, ‘middag’=diner tegen half vijf. Bij de lunch kun je een toetje krijgen van een ‘crème’ = vruchtengelei met room (ongeslagen) er overheen. Het aandeel groenten is het kleinst, in de dagen dat ik er was, had maar één persoon 1x wat groenten. Bij het diner eet je ook een zachte ronde ‘cracker’ met kaas of worst (ook NIET op een bordje uiteraard). Daarna is er rond zeven uur nog ‘kvällsmat’ – het avondhapje: weer een ronde cracker en wat lignonsylt. Nee… NIET op die cracker natuurlijk, daar zit weer kaas of worst op, maar die sylt is om de medicijnen mee weg te eten. Na koffie als ‘efterät’ oftewel na-eten worden de bewoners naar wens/moeheid op bed gelegd. Rond 21.000 de laatsten.

Een ander cultuurverschil: hier wordt als argument waarom het zo makkelijk is om bij ons te wonen ‘je hoeft zelf niet voor het vuur en het hout te zorgen’ als tweede argument genoemd, direct na ‘het scheelt de kinderen zo’n zorg’. Lijkt mij dat houtzorgen of stookzorgen in Nederland niet genoemd worden om iemand te overtuigen dat thuiswonen ècht niet meer gaat!

Iedere acht weken ontvangt het personeel een planning met je diensten, plannen doet een collega bij ons op de afdeling. Er is een dag- avond- en nachtdienst. Die nachtdienst wordt, tot mijn grote opluchting, gedraaid door ‘nachtpersoneel’. Als stagiair volg je de diensten van je ‘handledare’ (degene die je aan de hand neemt, in goed Zweeds). In tegenstelling tot in Nederland (volgens mij), draai je avond- en dagdiensten door elkaar. Mijn schema is bijvoorbeeld:



Tijdens je dienst heb je een fikapaus, waarin trouwens weinig ‘fika’ wordt gegeten, maar meestal een cracker met bijvoorbeeld Kalles kaviar, en een rastpaus. Daarin rust je dus. Rust als in de zin van: je eet wat, je slaapt wat. Die rastpaus duurt een uur. Je wordt niet geacht om iets anders te doen in je rastpaus dan ‘rasten’. De pauze tijden staan niet vast. Ik heb nu rast gehad van 10-11 en van 11-12 (dagdiensten) en van 3-4 of van 4-5 (avonddiensten). De nachtdienst duurt langer, die start om 22.00 en eindigt 07.00 (iets later want na overdracht).
En heel makkelijk: de kommun verzorgt je kleding. Je begint iets eerder en kleedt je om in roze of blauwe bovenkant naar eigen keus (of naargelang het aanbod) plus een donkerblauwe katoenen broek. Aan het einde van je dienst gaat de boel in de wasmand en iedere dienst vind je weer schone en gestreken kleren!
De taal: helaas (?) geen oudere Nederlandse emigranten die inmiddels vergeten zijn dat ze ooit Zweeds hebben geleerd. Zweeds dus. En dat gaat meestal heel goed. Mijn collega’s praten wat duidelijker of minder Härjedals als ik dat vraag. Meestal is dat niet nodig. Wèl merk ik dat ik in stress/crisissituaties (als het snel moet) tijd verlies omdat in de eerste plaats de begrip-slag (vertalen kan ik het niet meer noemen) langzamer gaat dan anders omdat er energie en hersencapaciteit naar de situatie gaat en ten tweede dat dan mijn begripssnelheid dus te laag ligt. Als een collega die een mevrouw in de lift heeft hangen met 2 anderen die haar assisteren, mij haar telefoon toesteekt dan ‘hoor’ ik pas ‘Det är viktig, svara tack snälla’ of te wel ‘dit is een belangrijk telefoontje, wil jij even antwoorden’ na de 20 seconden die het kost om de telefoon te laten stoppen met bellen. Maar verder gaat het goed. Gisteren tijdens een on-line cursus (over de inzet van muziek in de dementiezorg) moesten we naar een liedje luisteren en vertellen waar het overging. Dat is best ‘hoge school’. En dat lukte toch wel op hoofdlijnen. Dus ik leer lekker veel Zweeds. Wèl gelachen toen ik tegen mijn collega zeg: ‘Sorry, maar ik versta deze mevrouw echt niet’ en zij zegt ‘Nee… dat doet niemand!’. Thuis ook nog een test gedaan voor school, want ‘Zweeds op beroepsschool-niveau’ staat op de vakkenlijst en er zijn dus een aantal mensen in de klas die daar geen diploma voor hebben. Die test ging zo goed dat ik niet meer ‘op’ hoef voor luisteren en lezen, wèl voor schrijven, dat start na de praktik.
Gisteren werd mijn handledare ‘uitgeleend’ aan Björken, een afdeling één verdieping hoger, maar met een andere doelgroep: geen dementie, wèl ouderen die extra (veel) zorg nodig hebben. Bijzonder om te merken dat er daar heel anders wordt gewerkt. Logisch vanwege die andere doelgroep, maar ik doel op: een andere chef, die iedere ochtend even ‘startoverleg’ heeft met de dagploeg, op die manier ziet ze iedereen (want ook nog het nachtpersoneel, en in een week al de anderen) èn houdt ze dus contact met de werkvloer. (On)tevredenheid of onduidelijkheid is vroeg gesignaleerd en eventueel met één twee woorden verholpen. Bijzonder ook: zij gebruikt haar budget anders, interpreteert de regels (wat betalen de naaststaanden wèl, wat niet) anders. Dat schept dus verschillen tussen afdelingen: op die afdeling hebben ze bijvoorbeeld ‘waslapjes’ (soort servetjes, washandjes kennen ze hier niet) die van goede kwaliteit zijn, wascrème waar het personeel geen uitslag van krijgt. Op onze afdeling moeten de naaststaanden zorgen voor alles behalve de luiers en de handschoenen/schorten. Dat betekent aan de ene kant dat iedereen lekker zijn eigen douchecrème kan uitzoeken, maar aan de andere kant dat ze ‘zooi van de dollarstore’ (zoals dat werd genoemd) kopen. Voor- en nadelen dus aan een besluit om ‘de juiste douchezeep’ te zien als ‘zorg voor personeel’ of ‘het persoonlijke aspect van zorg op maat’.
Op een andere afdeling is oproer uitgebroken onder het personeel. Zij hebben ‘niet zo’n fijne chef’, die ook op andere afdelingen haar sporen al heeft achtergelaten. Deze afdeling pikt dat niet en is het zat: ze hebben een ‘personeelsadvertentie’ op facebook gezet, die is opgepikt door veel ander personeel, het plaatselijke nieuws èn de kommun gelukkig. In de advertentie zoekt een ervaren zorgteam van zo’n 14-20 mensen een werkgever die hen waardeert! Vervolgens volgt een beschrijving van het team, dat ze ook inzetbaar zijn als corona-afdeling, dementieafdeling enz. De SVT (de Zweedse NOS zeg maar) had al om commentaar gevraagd aan de leidinggevende, maar tot nu toe hebben we niets op het regio-nieuws gezien.
Verder ook hier in de zorg te kort aan personeel: invallers, terugkerende na ziek-periodes, personeel dat aan andere afdelingen wordt uitgeleend. Een invaller-zuster (dus geen USK, maar een sjuksköterska) die geen delegeringen voor de medicijnen wil uitschrijven, want die verantwoording wil zij als invaller niet nemen. Daardoor steeds minder personeel wat medicijnen mag uitdelen. Een fysiotherapeut die zo veel afdelingen onder haar hoede heeft dat ze eens in de zoveel tijd even langs loopt om te vragen of er echt grote problemen zijn, geen tijd voor ‘bewegen om erger te voorkomen’. Er was zelfs iemand die een dubbele dienst draaide maar daar sprak de hele afdeling over, want dat was nog nooit voorgekomen. Goed beroep om een diploma voor te halen dus: arbeidskansen zàt!

Hoe vind ik dit alles? Ik kom natuurlijk uit een hele andere arbeidsomgeving. Sterker nog: had in Nederland nooit gedacht dat ik ooit iets in de zorg zou gaan doen. Zit niet in de genen-familie ook voor zover ik weet. Uiteraard is leraar ook een beroep met een zorgcomponent maar heel anders en niet mijn sterkste kant. En toch… klantvriendelijkheid, ervoor willen zorgen dat een ander goed kan functioneren, oplossingen zien, optimisme, enthousiasme, gezelligheid willen brengen… het past allemaal heel goed in deze functie. Ouderen zien als een bron van inspiratie en informatie, hoewel dat op onze afdeling lastig lijkt, is ook iets wat ik doe/vind/zie. Dus de klik is er wel.
De diensten vind ik zwaar: niet als ik op het werk ben, maar wèl als ik weer thuis kom. Werken tot 22.00 is voor iemand die om 19.00 in haar bed kruipt natuurlijk ook best pittig. Ik slaap zelfs uit (tot 6.00 ;)). Ook is onregelmatigheid voor mijn bloedsuikerniveau natuurlijk niet best. Gelukkig kan ik op deze afdeling eten wanneer dat nodig is omdat ik toch extra ben. Ook is iets eerder eten voor mij geen probleem. Maar er gaat een hoop tijd zitten in de planning. ‘Ik zie wel wat ik eet’ dat kan sowieso nooit voor mij, dus er moet een volledige maaltijd (300 groenten, 100 vlees/vis, zetmeelproduct) mee naar het werk die bij voorkeur gemakkelijk (geen gedoe met magnetrons en zo) en in kleine porties -even tussendoor- (quiche, salade, stamppotkoekjes, maar ook pannenkoeken!) vlot te eten is. Lukt wel, maar is nog erg wennen.
Moe? Ja! maar vooral van het nieuwe en het late. Valt wel mee hoe moe mijn Zweedse hersenen zijn en dàt had ik niet verwacht. Soms, bij bepaalde mensen, voel ik (ver)taal-moeheid. Mijn handledare zoekt vaak naar ‘een andere manier van uitleggen’ of vraagt dat aan de andere personeelsleden ‘ja… hoe ga je dàt nu uitleggen’ en dan is er altijd wel iets wat ik snap. Ze zijn ontzettend blij dat ik vragen stel. Ook nadat ik vroeg ‘of ze daar niet een beetje gek van werden’. Zweedse vriendelijkheid? Kan. Maar ik ben hier maar op het standpunt gaan staan dat ik aanneem wat men zegt. Gissen naar achterliggende bedoelingen… dààr word ik dus echt moe van – ben ik mee gestopt!
Hoi Iris,
Met belangstelling heb ik je belevenissen weer gelezen. Ik heb veel respect voor je! In een nieuw vaderland en in een nieuwe moedertaal een opleiding doen en werken… petje af hoor! En zo te lezen gaat het je goed af. Had ik ook eerlijk gezegd wel verwacht van een talentje als jij! 😉 Veel succes en werkplezier daar nog Iris en uiteraard alle goeds in je (privé)leven.
Lieve groetjes van Joke.
Bedankt voor een uitgebreid verslag over je werkzaamheden in de Zweedse zorg. Het systeem zal wel niet zo veel afwijken van de zorg in Nederland maar het wordt misschien op een andere manier gebracht. Personeelstekort is net als in Nederland in Zweden dus ook een probleem en zal vermoedelijk alleen maar groter worden. Met verschillende arbeidstijden en uren is wel aanpassing nodig maar dat is een kwestie van wennen denk ik. Keukenhof gaat morgen open eindelijk na 2 dichte jaren. Het zal jullie daar minder aanspreken maar het is hier toch een sooort mijlpaal. Veel succes en een prettige lente toegewenst!
Wat een spannend relaas weer van je over je werk, je geeft zo wel een goede indruk van hoe het voor jou werkt allemaal. Dat het heel vermoeiend is voor je, vooral het late werken en veel te laat kunnen gaan slapen is voor jou een groot struikelblok lijkt mij, maar fijn dat je het toch goed naar je zin hebt, heel veel sterkte en succes verder. Groetjes van ons Jan en Cock
Wat ontzettend leuk om jouw ervaringen te lezen! Ik vind toch dat ze daar erg met jou boffen! Knap hoor Iris. Je moeder.
Nou als ik dat zo lees dan scheelt DETENTIE toch meer dan een letter met DEMENTIE zeker in de uitvoering. Wat een nieuwe indrukken maar ook andere werkwijzen als in Nederland, echter een ding gemeen :ook in zweden personeelsgebrek in de zorg waardoor te veel uren draaien ten koste gaat van het zorgen zoals het moet. Maar ik vind dat jij je goed erdoorheen slaat met je totaal andere achtergrond. Hoewel ik enige tijd ook in de zorg werkzaam was ; korsakov en beginnende dementie waren dat toch personen waarmee je nog enige activiteiten kon doen.
Dus : PETJE af voor je, je vader
Hoi Iris zo leuk te lezen hoe het gaat. En ook herkenbaar, Milla is net met haar bijbaantje gestart als verzorgende bij een zorgcentrum met ook demente patienten. Zij vindt het erg leuk. Veel succes daar!
Gr
Carla
Hoi Iris (en Ferd), mooi om te lezen hoe het jou vergaat in je nieuwe werkomgeving. Ook al is de zorg niet jouw primaire vakgebied wij maken er wel uit op dat je het goed naar de zin hebt (ook al kost het je veel energie). Wat dat betreft is het in Zweden net zoals in Nederland op dit moment: “de energie wordt duur betaald!!” Heel veel succes in je nieuwe functie maar vooral ook veel plezier. Lieve groetjes, Hennie en Theo