Tussen 17 april en 21 mei heb ik mijn laatste praktijkperiode voor de opleiding tot USK. Nog ongeveer een maand en dan heb is die opleiding afgelopen. We ‘mogen’ dus steeds meer en zo ook vrije keuze waar je de laatste praktijkperiode wilde doorbrengen. Omdat ik meer wilde doen met mijn pedagogische achtergrond koos ik voor het onderwerp ‘de lerende oudere’. Daarmee was mijn praktijkplaats eigenlijk ook direkt bestemd: want er is in Sveg een ‘dagverksamhet’ – dagbesteding voor ouderen: Ljusglimten.
Zelf kiezen is zelf regelen, dus toog ik (al in januari want vanuit school veel druk om het op tijd te regelen) naar de chef van Ljusglimten. Die was ook een tijdje chef van Nymon (waar ik vikarie/part-timer ben) dus ik kende haar al een beetje. Ik vertelde dat ik zo graag wat meer met onze ‘brukare’ (=gebruikers, bewoners, patiënten) wilde doen. De hele dag alleen maar zitten is toch niet goed voor een mens. Waarom zou je stoppen met nieuwe dingen ontdekken, dingen doen, beleven alleen maar omdat je dementie hebt? Kan je nog nieuwe dingen leren? Kan je met dementie nog verloren functies terugwinnen? Is het niet van levensbelang dat je in ieder geval behoudt wat je nog kan (geestelijk en lichamelijk)? En als het enige wat een activiteit oplevert een glimlach is, is dat dan geen Winst – met een hoofdletter?
Al pratende was al snel beklonken dat de chef aan de medewerkers van Ljusglimten ging vragen wat die van een ‘praktikant’ dachten.
“Leuk, leuk, leuk maar eh, zou het niet over tulpen gaan?”
Chef merkte wel op dat er geen full-timefuncties bij Ljusglimten waren, maar dat het personeel ook werkte op de afdeling Blåvingen (Blauwtje; zo’n vlindertje). Dus dat mijn praktik dan nooit 100% Ljusglimten zou zijn. Praktikplaatsen zijn dunbezaaid, dus niet zeuren, ik vond ‘t prima.
Vervolgens vroeg de chef of ik dan niet nu alvast vikarie wilde worden bij Blåvingen. Als ik zo’n aktieve inslag had was ik daar hartelijk welkom. Opnieuw dacht ik ‘niet zeuren’ als dit je ingang is naar de dagverksamhet: doen!
En zo werd ik eerst vikarie bij Blåvingen sinds maart dit jaar.
“Ja, ja, mooi vlindertje maar die tulpen?
Terug naar de praktijkperiode. Wat doe je als praktikant? Nou bij de andere praktikperiodes was dat vooral volg je ‘handledare’ (= je stagebegeleider) in haar werk. Deze laatste periode duurt 5 weken waarvan 3 weken ‘volg je handledare’ en 2 weken ‘schrijf je komvuxarbete’. Je Komvuxarbete is een ‘eindopdracht’. Komvux is het volwassenenonderwijs in Zweden.
Zo gaat dat dan in de Zweedse praktijk: je weet ongeveer een jaar vooraf dat je laatste praktijkperiode 5 weken zal duren in plaats 3 weken zoals alle andere prakijkperiodes tot nu toe. In december wordt duidelijk dat je zelf je plek moet zoeken en dat de ene helft van de klas in januari-februari praktik heeft en de andere helft in april-mei. Erg blij dat ik in de laatste groep zat! Op de eerste les in januari (2 weken voor de praktijk van de andere helft van de klas) wordt duidelijk dat het NIET om 5 weken praktijk op de praktijkplek gaat maar dat je 2 weken moet gebruiken om een komvuxarbete te schrijven. Wat dat is horen we volgende week (de laatste schooldag voor dat die andere groep ‘op praktijk’ gaat). – Zo gaat dat dus in Zweden! Ik moet zeggen: een fantastische oefening in denken ‘het komt zoals het komt’ en ‘we zien wel’ voor perfectionisten zoals ik!
Omdat bleek dat die komvuxarbete eigenlijk een onderzoekje is naar het antwoord op een door jouzelf opgestelde hypothese leek het mij het beste om die komvuxarbete aan te laten sluiten op mijn wens om meer pedagogisch bezig te zijn met ouderen met dementie. Uiteraard had ik allerlei wilde ideeën die gelukkig door mijn begeleider van school tot haalbare proporties werden teruggebracht. Geen veldstudie van 3 jaar met röntgenmetingen naar aantasting van hersenweefsel bij een onderzoeksgroep en een controlegroep maar heel simpel: doe nou maar eens een activiteit ontdek of mensen met dementie nog nieuwsgierig zijn. Want nieuwsgierigheid dat is het begin. Het begin van alles eigenlijk: van gemotiveerd zijn om een activiteit te doen tot het ontdekken van een middel tegen Corona; eigenlijk de basis van het leven…
Zoals een reclame voor NatGeo het al zei: “If you want to know more, you are alive. – National Geographic Channel, live curious.”
“Filosofisch getuttebel: wanneer komen die tulpen nou?”
Nieuwsgierigheid opwekken dus. Proberen uit te dagen, uit te nodigen tot het gebruiken van wat er nog is, aanboren van herinneringen zowel ergens in de grijze massa als van de ‘rode massa’ van spierweefsel waar toch veel ‘spierherinneringen’ zijn opgeslagen of basale reflexen: als ik jou een ballon toesla, dan maken de armen automatisch een vang/afweerbeweging, of je je daar nog bewust van bent of niet.
De praktijkperiode begon al goed: mijn handledare was ziek en dus zou ik de eerste week niet op Ljusglimten werken, maar uitsluitend op Blåvingen. Wel onder begeleiding van een collega, maar eigenlijk deed ik gewoon mijn eigen werk voor niets, want als praktikant wordt je niet betaald. Wèl nam ik de tijd om een overzicht te maken van hobby’s, interesses, sporten, woonplaatsen, levensherinneringen van onze bewoners. Die staan per bewoner in een ‘levnadsberättelse’ = ‘levensverhaal’ maar als je ‘iets’ met een groepje mensen wilt gaan doen vond ik het wèl handig om in één overzicht, dus oogopslag, te weten wie ik zeker aan tafel moest hebben als we een balspel gingen doen of als er een oud leesplankje onder een theedoek vandaan zou komen. Daarnaast deed ik de eerste week een eenvoudig ‘tik de ballon over’- spel. Het enthousiasme en de mogelijkheden zowel van het spel: ‘nee, ik wil niet meedoen’- maar als die ballon naar me toe komt dan… tot ‘wacht even, dan zet ik m’n rollator aan de kant zodat ik er beter bij kan’. Maar ook van de tabel: dat maakte dat ik veel gerichter naar beelden voor mijn ‘herinneringwekkende’ activiteit voor de volgende week kon zoeken. Juist doordat ik me als praktikant kon opstellen, zonder verantwoordling voor de dagelijkse gang van zaken en doordat mijn handledare ziek was maakte ik een heel zelfstandige start van deze stageperiode.
“O, o, o, wat een pedagogisch geneuzel… er waren ons tulpen beloofd!!”
In week twee was mijn handledare beter, maar eigenlijk bleek al na de eerste dag op ‘Ljusglimten’ dat dat veel meer een dagbestedingscentrum – ‘What’s in a name…’ – is dan een plek waar je met slimdoordachte activiteiten iemand (opnieuw) tot geestelijke of lichamelijke beweging probeert te verleiden. ‘Gelukkig’ ging het werken op Ljusglimten de tweede dag al niet door wegens afzeggingen (te slecht weer om naar de dagverksamhet te komen, we kregen nog 50 cm sneeuw eind april!). En waren we ook veel ingedeeld op Blåvingen.
Daar deed ik na een supertip van onze verhuurder van wat een Nederlandse bewegingspedagoog bleek: https://www.facebook.com/Newsflare/videos/1400532374081761/?extid=NS-UNK-UNK-UNK-IOS_GK0T-GK1C&mibextid=2Rb1fB&ref=sharing Joel Kruisselbrink: bewegingspedagoog in week 2 nog een balspel en in week 3 een minnesväckande aktivitet:
Een minnesväckare (een herinnering-wekker) is een beeld, voorwerp, geluid.. die (vermoedelijk) aansluit bij een interesse of beroep of woonplaats of …
Ik plakte plaatjes op een gekeurd vel (contrast). Met een ‘fusklapp’ = een spiekbriefje voor mij met Zweedse woorden en gesprekssuggesties: bioscoop, zat ik het ‘Folketshus’ in Sveg, musicals, geluidsfilm, uitgaan. Maar ook een filmklipp op de mobiel paraat, uiteraard voor dit plaatje de ‘regen-scene’ met Gene Kelly en natuurlijk de songtext geprint. Op de achterkant een groot vraagteken en dan maar kijken wie het papiertje wilde omdraaien, wat er gebeurde als het beeld werd gezien en wat het effect was van de muziek en de video.
Heel erg leuk! Reacties van ‘o, maar dàt weet ik nog wèl’ tot ‘ik ken die mensen niet hoor, moet ik die kennen?’ tot ‘wij zijn eens in Amerika geweest, jaren hadden we gespaard met een hele groep vriendinnen, met de boot naar Amerika!’ tot gewoon een hartelijke lach om Gene Kelly die drijfnat wordt.
“TULPEN – TULPEN WIJ WILLEN TULPEN!!”
De laatste anderhalve dag van mijn 3 weekse stage waren we weer op Ljusglimten en toen zei mijn stagebegeleider op donderdagmiddag: ‘als jij nou eens voor het open huis van morgen een activiteit verzint’.
Jaaaaa….. lèkker dan! Open huis: je weet niet wie er komt en hoeveel (o, vorige keer waren het er 10, maar de keer daarvoor heb ik niemand gezien). Ik had al één hele dag meegedraaid op Ljusglimten en dat was met één deelnemer en we gingen toen plantenpotjes versieren. Slechts één dag voorbereiding, nou een dag… ze zei het om 3 uur ‘s middags en vanaf 4 uur had ik al een ‘programma’: kadootje kopen voor de handledare, de glutenvrije Italiaanse chocoladetaart bakken ter afscheid (want handledare glutenallergie), plus genoeg voor ook het personeel van Blåvingen (ongeveer 25 man) want daar had ik tenslotte ook een groot deel van mijn stage rondgelopen… Al met al zat ik er wel even mee in m’n maag. Tot ik (52 jaar en inmiddels tòch iets wijzer geworden) dacht: ‘Dus: vooral NIET moeilijk doen: aansluiten bij wat je al kan en wat jouw sterke punten zijn.’
Wat maakt mij bijzonder, wat kan ik wat al die bezoekers niet kunnen: ik ben Nederlandse: iets met Nederland… en toen kwam bovendrijven: ‘Tulpaner från Amsterdam’!!
Dáár zijn ze dan…
Dit is Lasse Lönndahl, hij zong in 1958 ‘Tulpaner från Amsterdam’. Horen? Geschreven als ‘Tulpen aus Amsterdam’ door de Duitser Ralf Arnie in 1953.
Hoe kwam ik daar nu aan? Soms bestaat ‘zorg’ gewoon uit naast iemand zitten en een beetje in de krant bladeren. Tijdens zo’n zorgmoment zag ik in een oude krant dat op 18 april er een ‘muziek-café’ was geweest voor ouderen waar men mee kon zingen met ‘toppers van toen’ zoals bijvooreeld: ‘Sången till byn, Tulpaner från Amsterdam, Violer till mor…’ Tulpåner från Amsterdam dus!! Maar… maar… Dat blijkt dus een oorspronkelijk Duitse slager te zijn die aansloeg in verschillende vertalingen. Voer voor het blog!!
Daar dacht ik dus aan toen er om een ‘instant-activiteit’ werd gevraagd: we doen ‘creatief met tulp’. De materiaalkast in Ljusglimten bood vooral knutselspullen. Er zouden op de open dag vast ouderen komen die zin hadden in ‘knutselen’ maar ook die daar geen zin in hadden, zouden die zin hebben in zingen? Zouden die wel knutselen als het voor een ‘Nederlandse schone’ met een enthousiaste lach was? Als het thema zou zijn ‘die Nederlandse haar laatste dag’ dan hield ik het ver-van-huis tòch dicht-bij-huis en was er voor iedereen wat wils: zingen, luisteren, lachen, knutselen, praten over Nederland of Nederlandse Zweden…
Inspiratie van het net (beeld 1 en 2) en dan natuurlijk, netjes, zoals geleerd op de PABO: zèlf eerst proberen en een voorbeeld maken.
Het zit echt in ‘hart en nieren’ die PABO: een ‘knutselvolgorde’.
En tot slot: inhaken en meezingen!!!
Best herkenbaar 😉 Leuk om zo te lezen, uit Zweden!
Lieve Iris,
Hartelijk dank voor het delen van je belevenissen van de afgelopen tijd. Wat een bewondering heb ik voor jou! Een hele nieuwe carriere beginnen en daarin ook nog slagen! En dat allemaal in het Zweeds. Ik heb genoten van je “avonturen”. Blijf vooral die mooie verhalen opschrijven. Heel veel succes met de laatste hortjes en ik ben er van overtuigd dat je het diploma gaat halen.
Lieve groetjes van Joke
Een fantastisch verslag! Volgens mij schiet je al aardig op met je opleiding en heb ik het met interesse gelezen. Het is schijnbaar toch wel een opleiding die nogal wat anders is dan hier in Nederland maar ja het zijn dan ook Zweden. Je krijgt heel wat reacties op je rapport en hier is er dus nog een! Goed gedaan en ga zo door!
Lieve Iris, wat een prachtig verhaal weer! Geweldig om te lezen hoe je met alle Zweedse uitdagingen omgaat, daar kunnen nog een heleboel mensen een puntje aan zuigen: chapeau!
O Ans wat een prachtig lied en wij zijn al aan het oefenen , voor als Iris d’r diploma ( natuurlijk ) haalt !
Groet van ons, Peter en Truus van Denzen.
Ha Iris, wat is het elke keer weer een feestje om jouw belevenissen te lezen. En wat doe je het allemaal goed en vooral ook met zo veel plezier. Succes met het afronden van je Kombuxarbete, ik weet zeker dat je met vlag en wimpel zult slagen. Lieve groet, Brenda
Als er blijdschap is dan komt het door Iris uit Nederland,
Als er vreugde is dan komt het door Iris uit Nederland
Als de zon weer schijnt dan komt het door Iris uit Nederland
Zoveel warmte, zoveel kleuren, zij zal steeds de boel opfleuren
Wat een mooi en warm iemand, is die Iris uit Nederland.
Na na na na na na na na na na na na na na
Zoveel warmte, zoveel kleuren, zij zal steeds de boel opfleuren
Wat een mooi en warm iemand, is die Iris uit Nederland.
…..en nu met z’n allen….
Xx
Dankzij jouw prachtige verslag,
geprikkeld worden door jouw Hollandse lach.
Op onze leeftijd alsnog proberen,
naar Zweden te emigreren.
Om vóór dat we gaan dementeren,
tulpaner fran Amsterdam te leren.
Je vader en moeder.
Wat geweldig Iris, het is een mooi, inspirerend en ontroerend verhaal, en wat mag je trots zijn op jezelf.
‘Onze’ Iris als Tulpenvrouw.
Er moet een mogelijkheid zijn om de tekst om te buigen naar Iris uit Nederland…..ga ik eens over nadenken.
‘Als er blijdschap is dan komt het door…Iris uit Nederland’…zoiets dus.
XxAns
Ik moet hier even van bijkomen!! In de goede zin des woords. Wat n heerlijk verhaal, Iris. Ik voel blijheid en trots voor jou in wat je doet, schrijft en met ons deelt…
Leuk vooral punt 1 van het knutsellijstje….
Liefs
Iris!! Nu weet ik het zeker: jij kunt alle kanten op. Juf, zuster, kunstenaar en als klap op de vuurpijl: schrijver.
Ik heb gesmuld!
Haha tulpen 🌷 uit Amsterdam.
Fijn om weer een kijkje te hebben in je leerproces in Zweden!
Dikke kus!
Volgens mij ben je voor 100% geslaagd in dit lesje flexibiliteit!