Ja!! We hebben ‘ze’ gezien: de Europese bruine beer, Ursus arctos, brunbjörn!! Drie stuks, waarvan twee keer op 50 meter afstand!
Wat we verder deden en zagen tijdens ons eerste verkenningsweekeinde van Strömsunds Kommun lees je in dit blog.
Waarom Strömsunds Kommun? Toen de emigratiebeurs in Houten (NL) dit jaar niet doorging vanwege de Corona, nam Strömsunds Kommun het initiatief tot een digitale beurs. Ze waren daardoor aanwezig op sociale media en dat viel Ferd op. Een kommun die (nog steeds) energie en tijd stopt in het aantrekken van Nederlanders. Dat is anders dan hier in Härjedalen. Daar zijn alle hulpdiensten voor immigratie wegbezuinigd.
Heja Strömsund is een organisatie die is opgericht om personen die in de Strömsunds Kommun zouden willen wonen en werken aan te trekken. In maart legden we contact en na een digitale afspraak maakten we een afspraak voor een ‘levend treffen’ in Strömsund zelf. We hadden een aangenaam gesprek, stuurden CV’s en wensen op. Iris solliciteerde op iedere onderwijsbaan die er binnen de kommun was. Ook beloofden we om eens rond te gaan rijden om te kijken waar we zouden willen gaan wonen als het tot een baan zou komen.
Kommunes Härjedalen (waar we nu wonen) en Strömsund in jämtlands län.
Afgelopen Pinksterweekeinde was het zover, de accu in de bus deed het, de spiegels werkten ook weer: vrijdag 21 mei vertrokken we richting Strömsund. Op bezoek bij contact Sanne en een nieuw gesprek met Heja Strömsund gingen niet door vanwege het hoge aantal Covid-besmettingen op dit moment in Strömsund (stad). Voor ons met eigen vervoer en slaapplaats (dus geen camping noodzakelijk) relatief veilig reizen. Tijdens ons vorige gesprek hadden we wel al meegekregen dat Öhn bij Strömsund zelf zo ongeveer ‘de goudkust’ van de kommun is en dat zoeken bij de Noorse grens ook niet handig is omdat de Noren in het voor hen relatief goedkopere Zweden daar graag vakantiehuizen kopen, wat de prijs voor Zweden weer opdrijft. Eerst naar Strömsund (ongeveer 4 uur rijden).
Via Vemdalen (hele mooie route onder de bergen langs) en Klövsjö (mooi door het skigebied met nog veel sneeuw langs de weg) belandden we op de E45 en rijden naar Strömsund. Daar hopen we een goede detailkaart van de kommun te bemachtigen om onze verkenningen te plannen. Helaas is wegens de Covid zowel de boekwinkel als de turistinfo dicht en bij de benzinepomp zijn alleen detailkaarten van het naastgelegen Västerbottens län te krijgen. Dus rijden we op ons eigen Zweden-kaartenboek verder. Eerst naar het oosten. Door Strömsunds Kommun loopt de wereldberoemde ‘Vildmarksvägen’: Zwedens hoogste geasfalteerde weg, die over het Stekenjokkplateau (879 meter boven zeeniveau) gaat tussen Lappland en Jämtland. Het is een ‘rondje’ van 500 kilometer.
Wij reden in september 2016 een deel (ook dat over het Stekenjokkplateau). Dat stuk van de weg is open van 6 juni tot 15 oktober de rest van het jaar is de hoeveelheid sneeuw te groot om te schuiven. Als de weg in juni open gaat, liggen er nog sneeuwmuren (tot 6 meter) naast de weg; dat wil iedereen zien en dan is het dus filerijden zeggen de Strömsunders. Wij doorwinterde (!) Keukenhof-seizoenservaarders zoeken dus een woonplek die niet aan deze route ligt.
Terug naar 2021: eerst gaan we kijken ten zuidwesten van Strömsund (stad). We rijden naar de 339, slaan af, komen op een andere, wat minder toeristische, route uit: de Björnvägen (=Berenroute). We rijden door berenland: daar waar wereld’s grootste populatie Europese bruine beren leeft. Weinig Zweden zien in hun leven een beer ‘en dat houd ik graag zo!’ zegt één van de dochters van onze huisbazen altijd. Via Södra Ön komen we, na weer afslaan en een eland, in (hoe toepasselijk want älg = eland) Älghallen (2 straten = gruiswegen) en Öjärn. We willen een rondje maken om weer op de weg in Renålandet te komen. Maar er ligt teveel sneeuw en ijs op de weg die steeds hoger klimt. Ferd rijdt de bus met all-weather banden achteruit terug door 2 beijsde bochten voor we kunnen keren. “Maar er liggen nu al geultjes van toen we heen gingen, dus het is iets makkelijker,” zegt ‘ie dan. Gaan we het hele stuk terugrijden? Na Älghallen kijken we of er een kampeerplek te vinden is. Die vinden we: bij een zandafgravinkje, aan een graspad naar wat jaktstuga’s (mooie!). We eten tortilla’s (tacofredag tenslotte) gevuld met ham en kaas bij een pittige (oh????) komkommersalade. Moose kan lekker aan de lange lijn hier en daar wat snuffen en vermaakt zich prima. Ze gaat netjes zitten als ze vindt dat ze vastzit en wacht dan tot wij tijd hebben om haar los te maken. Na het eten lopen we met Moose naar de stuga’s. Ferd blijft daarna in de bus nog even ‘beneden’ bij Moose, maar (ook) die is doodmoe en valt kijkend naar Ferd in slaap.
‘s Nachts horen we wat zand en stenen naar beneden rolllen. Ferd kijkt uit zijn raam en daar staat een beer! Tegen het licht van de avond (echt donker wordt het bijna niet meer) zien we zijn silhouet. Als Ferd het tent-raampje verder openritst, vlucht ‘ie al van dat geluid. We hebben een beer gezien!!! Een èchte, op 50 meter afstand. Hij is kleiner dan ik had verwacht en rent (uiteraard) net zo als op Discovery (met alle poten bij elkaar en dan weer uit elkaar). We kunnen bijna niet meer slapen na deze ervaring. Tijdens de nachtelijke sanitaire stops zing ik maar hard ‘Ik zag twee beren…’.
Zaterdag 22 mei vertrekken we vanaf de kampeerplek terug naar de doorgaande weg en rijden verder de Björnvägen af. Nog pratend over ons geluk een echte beer te zien, zien we voorbij Renålandet in de verte langs de weg een tweede beer! Die vlucht al voor we de auto kunnen stilzetten voor en kodak-fotomoment. Een mooie route weer. Aan de linker kant zien we steeds het meer ‘Ströms Vattudal’. We zijn op weg naar Bågede waar we de Vildmarkvägen zullen kruisen. Vedjeön, Hillsand en Svaningen; willen we in dit gebied wonen? Rust en ruimte genoeg. Winterservice? Ook wel aanwezig op de doorgaande weg, maar zeker geen prio-1 gezien de E45 en de 342 die voorrang zullen krijgen. Maar goed, vaak is er ook een plaatselijke schuif-held. Toch, als je iedere dag naar je werk moet rijden vanaf hier is dat te ver (als dat werk in Strömsund is). Dit stuk valt af. We willen langs de 342 (wel onderdeel van de Vildmarkvägen) proberen, aan de andere kant van het water. Wat zijwegen proberen, Lidsjöberg bijvoorbeeld. Dan zit je binnen een paar minuten op de 342 vanwaar je vrij makkelijk naar Strömsund rijdt.
Lidsjöberg bereiken we, maar net daar doorheen horen we een vreemd geluid. Ferd stapt uit: lekke band! Linksachter. We rijden ietsje verder over de brug en gaan aan de slag. We hebben nieuwe wielen onder de bus gezet maar het gereedschap in de bus niet aangepast aan de grotere wielmoeren… reserveband is nog een oud wiel. Wat nu? Gelukkig daar komt een Zweedse auto aan: het blijkt geen plaatselijke bewoner te zijn, maar een bioloog die voor zijn werk (met huurauto) een onderzoek doet naar torren in deze contreien. Wij vragen of hij een bedrijf in de buurt weet, hij kijkt in zijn auto waar het huurbedrijf hem mee heeft bedeeld. Het blijkt een flesje ‘tätningsmedel’ (vloeibaar rubber, laat je in de band lopen, daarna pomp je ‘m op met bijgeleverde pomp die je aansluit op de sigarettenaansteker) te zijn. We mogen zijn flesje en pomp gebruiken Het is nog even spannend of de band zich zal vullen, maar dat doet ‘ie. De bioloog wil niets hebben, ook geen e-mailadressen om eventuele betalingen te vergoeden – ik zoek nog in de bus naar een ‘Nederlandse traktatie’ maar we zijn te lang in Zweden. Geen boterbabbelaars, stroopwafels of kaneelstokken te vinden. Hij wuift alles weg: hij is hier voor zijn werk, het betreft een huurauto – dat gaat allemaal goed komen. Ook moeten wij maar gaan rijden (je mag met 80 km per uur naar de dichtsbijzijnde däckservice (bandenservice)), want hoe langer we stilstaan hoe meer kans… We rijden terug door Lidsjöberg en zien direct weer een beer! Deze is heel relaxed. Loopt wel weg, maar heel rustig. 20 meter – wat een fantastisch land (als je ze vanuit de auto kunt zien en ook Moose veilig in de auto zit). Een foto zit er weer niet in. Ons hoofd staat naar niet stoppen én hij staat op de vaste dashboard camera.
Strömsund + Paaszaterdag=Påskafton + däckservice dat levert bij Google op dat ze maandag vanaf 7 uur tot je dienst zijn. In Zweden is Tweede Pinksterdag een aantal jaar geleden ingeruild voor vrij zijn op ‘Sveriges national/flaggans dag’ op 6 juni). We rijden, na wat inkopen bij de Coop, naar een mooie camperplaats tussen twee meertjes ten westen van Strömsund. Van omgeving verkennen komt het niet meer. We willen niet het risico lopen dat de band opnieuw lek raakt. Helaas lukt het niet om naar de twee meertjes te komen: de weg is afgesloten. Langs de E45 nog een zijweg geprobeerd, maar die loopt uit op stapels grind en een grindgroeve. Het veelbelovende graspad erachter is ook ‘ge-wegboomd’. Iris laat Moose uit en ziet prima niet-te-bereiken-kampeerplekjes. Verder maar weer: over een gruisweg door/richting Trångåsen. Veel zijweggetjes met soms aan het einde een meertje. De mooiste plekjes zijn al bezet, de plaatselijke bevolking wil natuurlijk ook gaan genieten van het weekeinde. Toch vinden we een leeg vändplan. Niet aan een meertje, ook geen uitzicht op bergen/meertje/moeras maar wel rust en stilte. Moose vermaakt zich met een poging het hele vändplan om te graven. Wij genieten van snelle pasta met inmiddels ontdooide kerrie-gehaktsaus + extra doperwten met citroen erdoor. Het is lekker. Morgen geen verkenningstocht maar een dagje op het vändplan.
Zondag 23 mei genieten we van de rust. Lopen met Moose door een moeras: we volgen een uitgezette route naar een jachtstoel (echt een krukje deze keer). Lopen een paar keer de weg af naar de het hoofdpad die dag en zien Max de Grand Prix van Monaco winnen. Eten ‘Franse bonenschotel zonder oven’ dus uit de pan met worst-ham-spek. Erg lekker. Het weer is minder, gelukkig hebben we niet zo’n last van de wind tussen de bomen en met de luifel aan de bus. Stukken beter dan in Nederland begrijpen wij van Jan en Cock. Moose is de hele dag buiten maar ligt soms heerlijk op het zand of aan onze voeten te slapen. Ze ziet en ruikt van alles en het vändplan is nog lang niet ‘opgegraven’ dus die vermaakt zich wel.
Maandag 24 mei zijn we vroeg op pad. Via de 345 (wèl woonmogelijkheden, ook ten zuiden van deze weg, hier gaan we zeker weer kijken volgende keer) rijden we Strömsund binnen en zijn rond 08.00 uur bij Ollanders Vulk. De monteur krikt de auto op maar eigenlijk kan hij ons geen beter advies geven dan dat het niet in te schatten is. We kunnen er 5 mil mee rijden of 1000, wie zal het zeggen?? De ‘mil’ is een ‘oude’ afstandsmaat in Zweden: vanaf 1690 geldt: 1 mil = 3600 stänger = 6000 famnar = 18000 alnar = 36000 voet en dat is dan ongeveer 10.688,54 meter (ongeveer dan hè, de maten in stänger, famnar, alnar en voet zijn veel nauwkeuriger natuurlijk!). Maar daarvoor was ‘t nog verwarrender:
Vanaf 1889 ging ook Zweden over op het metrisch systeem, maar de mil (nymil weliswaar = ‘nieuwe mijl’=10 km) is in de volksmond zeker nog ingeburgerd. Op verkeersborden gelukkig wel km. Op mooie oude milstenen (grijze mijlpaaltjes langs wegen die al jaren bestaan) zie je uiteraard nog wel mils.
Omdat de band nog op de juiste druk is, geeft Ferd aan dat we ‘het wagen’ en naar huis rijden. Harder dan 80 km/uur mogen we niet, maar er zijn op onze route (E45) weinig stukken waar dat volgens de wet wèl mag. We proberen nog verschillende däckverkstäder (bandwerkplaatsen) in Östersund, maar niemand heeft ‘onze’ banden op voorraad. Dan maar bestellen bij de Euromaster in ‘ons eigen’ Sveg. We rijden daar toch langs. We vragen naar de mogelijkheid om de band te bestellen. Dat moeten we vragen aan Jonas achter garagedeur 3. Jonas zegt ‘Welke maat, breedte, hoogte en hoeveel?’ ‘Welk draagvermogen en welke maximale snelheid?’ en dan ‘Wanneer wil je ‘m laten omleggen?’. Want Jonas van Euromaster in Sveg heeft natuurlijk ‘gewoon’ een stapeltje ‘Michelin crossclimate plus’-banden in exact de juiste maat, breedte enz. naast zijn bureautje liggen. Binnen 10 minuten zijn we weer op weg met een goede band op de bus. Wellicht dat er iemand in Sveg & omgeving nu langer moet wachten op zijn banden? Thuis bus uitpakken, Moose blij want hoewel minder nieuwe geuren: alle p&p-plekjes helemaal bekend. We eten aardappelpuree+ui +bacon/couscous met runderlapjes in kokossaus en komkommercurry, die prima op smaak is (NL-recept).
We zijn lekker uitgerust dit weekeinde, dat is het positieve effect van een lekke band. Het echte doel van de reis is niet bereikt, maar dat is een goed excuus om binnenkort weer eens die kant op te rijden. We hadden toch niet de verwachting dat we met 1x kijken zouden kunnen beslissen waar we in Strömsunds Kommun zouden willen wonen – we houden de huizensites en ‘lediga jobb’-sites in de gaten!
Drie beren!!! Helaas is het filmpje van de dashboard camera is al overschreven voor we thuis zijn. Een grotere geheugenkaart ligt nu al in Sveg op ons te wachten…
Heel mooi en interessant reisverslag. Jullie rijden heel wat af! Ik ben lang geleden een keer vanaf Umea naar Vilhelmina en Dorothea gereden m te kijken of daar nog kassenbedrijven en misschien bollengebruikers zaten. Daar was geen handel. Alleen soms bij het kerkhof een enkel.kastje maar geen bollen. Daar wonen veel te weinig mensen en was het dus niet rendabel te maken. Het was in ieder geval een mooi reisverslag!
Top verhaal, prachtig beschreven zoals altijd Iris
Lieve groet
Wat een fantastisch reisverslag weer. Dank je wel! Wij waren in 2012 in de omgeving van ostersund met onze buscamper en konden ons goed inleven in jullie verhaal. We hopen dat jullie een fijne plek vinden om te wonen en te werken. Lieve groet van ons.